Les 11: Cut Time
leer meer over ritme
Home – grondbeginselen van ritme inhoudsopgave
Les 11 Oefenpatronen
tot op dit punt zijn alle ritmepatronen in de Fundamentals van het ritme in de tijd getekend met de kwartnoot gelijk aan één tel. De kwartnoot is echter niet altijd gelijk aan één tel.
herinner uit de inleiding aan het begin van het boek dat het onderste nummer in de tijdhandtekening ons vertelt welke noot waarde gelijk is aan één tel. Als het onderste nummer 4 is, dan is de kwartnoot gelijk aan één tel. Deze les is voorzien van een tijdsaanduiding waarbij de kwartnoot niet de maateenheid is: 2/2, wat vaker cut time wordt genoemd. Het wordt weergegeven met het symbool van een letter C met een lijn die er doorheen loopt, zoals hieronder getoond.
het bovenste getal geeft aan dat er twee slagen in een maat zijn en het onderste getal geeft aan dat de halve noot gelijk is aan één tel. De relatieve lengte van elke noot waarde blijft hetzelfde, ongeacht de tijd handtekening. Bijvoorbeeld, een hele noot is altijd gelijk aan de lengte van twee halve noten aan elkaar gebonden. Echter, het aantal slagen dat een noot wordt gespeeld hangt af van de tijdsaanduiding. De grafiek hieronder laat zien hoeveel slagen elke noot zal worden afgespeeld in cut time. De patronen in deze les laten zien hoe ze geteld zullen worden.
In snijtijd is een halve noot gelijk aan 1 Tel, daarom:
een hele noot = twee halve noten = 2 tellen:
een gestippelde halve noot = een halve noot gebonden aan een kwart noot = 1 1/2 tellen:
Een gepunteerde kwartnoot = een kwart noot gebonden aan een achtste noot = 3/4 van een beat:
Een kwart noot = de helft van een halve noot = 1/2 een beat:
Een achtste noot = één vierde van een halve noot = 1/4 van een beat:
Les 11 de Praktijk Suggesties
Les 11 de Praktijk Patronen
Leave a Reply