Gedragseconomie
gedragseconomie onderzoekt de psychologie achter economische besluitvorming en economische activiteit. Gedragseconomie onderzoekt de beperking van de veronderstelling dat individuen perfect rationeel zijn.belangrijke personen: Gary Becker, Daniel Kahneman, Richard Thaler, Robert J. Shiller,
concepten in gedragseconomie
begrensde rationaliteit-beslissingen nemen op basis van beperkte informatie en uit een beperkt aantal heuristieken (eenvoudige regels)
Keuzearchitectuur – de theorie van de consumentenkeuze wordt beïnvloed door de manier waarop goederen worden gepresenteerd. Bij elkaar geplaatste complementaire goederen kunnen bijvoorbeeld de verkoop helpen. Gerelateerd aan het concept van een duwtje.
cognitieve bias. wanneer we bijvoorbeeld problemen met een bepaalde vooringenomenheid bekijken, zien we de gegevens die ons standpunt bevestigen en filteren we gegevens uit die lastig zijn
discriminatie – wanneer mensen discrimineren op grond van leeftijd/geslacht.
Dual-system theory – het idee dat we twee besluitvormingselementen hebben. De ene is impulsief, de andere rationeler, cognitiever en analytisch. Vergelijkbaar met ‘warm-koud’ Staten.
Endowment effect-wanneer we meer gewicht geven aan wat we al hebben.billijkheid en wederkerigheid-het belang van billijkheid en terugkerende gunsten in economische beslissingen
Gift – giving-het concept dat het geven van geschenken een belangrijk aspect van het sociale leven is. Deze transacties passen niet in de standaardanalyse van vraag en aanbod.
Hoederings gedrag – de neiging van individuen om de collectieve percepties en overtuigingen van de meerderheid te volgen-met name waarschijnlijk in de financiële sector.
Irrational exuberance – when people get away by rising asset prices
Mental accounting-hoe individuen hun begroting opsplitsen in verschillende rekeningen, waardoor de uitgaven voor bepaalde aspecten van de uitgaven worden beperkt.
optimisme – een neiging tot wishful thinking en over-vertrouwen in onze plannen.
huidige vertekening-een tendens om uitbetalingen op dit moment meer te waarderen dan equivalente kosten/baten in de toekomst. Ook kunnen we toekomstige uitbetalingen op een tijd-inconsistente manier verminderen.
Prospect theory – het idee dat we relatief meer lijden aan verliezen dan aan winsten. Het legt ook de nadruk op een relatief uitgangspunt. We beoordelen Nut van onze verlies / winst-in plaats van ons eindpunt.de rationele economische mens-Dit is de klassieke kijk op individueel gedrag. Het veronderstelt dat individuen 1) rationeel en goed geïnformeerd zijn. 2) trachten hun nut te maximaliseren. Gedragseconomie is gebaseerd op het uitdagen van deze conventionele wijsheid.
Reciprocity-de sterke sociale druk die we proberen te reciproceren behandeling. Als we ‘slecht’ worden behandeld, kunnen we proberen de persoon te ‘straffen’ – zelfs als het leidt tot verlies van ons eigen nut. Op dezelfde manier proberen we goed gedrag te belonen (bijvoorbeeld het concept van gift-giving)
Salience – wanneer we een grotere weging geven aan eenmalige recente gebeurtenissen. Als we bijvoorbeeld een slechte ervaring hebben met British Airways, willen we nooit meer met hen reizen.
de sociale dimensie van het creëren van vertrouwen. We kunnen verliezen lijden om de indruk te wekken van vertrouwen en eerlijkheid.
sociale normen-beslissingen waarbij sociale normen zwaarder wegen dan persoonlijke beslissingen van nut, bijv. stemmen omdat het als sociale plicht wordt beschouwd – ook al weten we dat stemmen toch geen verschil maakt.
Status Quo Bias – een voorkeur voor de bestaande situatie eerder risico verandering.
verzonken kosten drogreden-te veel belang hechten aan verzonken kosten (onherstelbare kosten) – kosten die niet kunnen worden teruggevorderd.
Nudges-factoren die consumenten aanmoedigen om gedrag te veranderen door middel van kleine suggesties
hoofdgebieden van gedragseconomie
1. Inzicht in besluitvorming
hoe individuen beslissingen nemen in de echte wereld-in tegenstelling tot economische modellen.
2. Gedrag veranderen
gebruik maken van kennis van gedragseconomie om gedrag te veranderen door nudges.
3. Behavioural finance
- psychologie van bubbels-snelle stijgingen van activaprijzen
- positieve feedback loop-wanneer twee positieve gebeurtenissen elkaar versterken. Stijgende huizenprijzen verhogen bijvoorbeeld het vertrouwen in de woningmarkt en het toegenomen vertrouwen in de woningmarkt leidt tot stijgende prijzen.
Leave a Reply