Fysicalisme, reductief en niet-reductief
fysicalisme is een doctrine die beweert dat uiteindelijk alleen fysische gegevens bestaan. Terwijl het fysicalisme en het materialisme soms als gelijkwaardig worden beschouwd, is het eerste meer ontologisch open, want terwijl het materialisme beweert dat alles uit materie is samengesteld, stelt het fysicalisme dat alles uiteindelijk bestaat uit die entiteiten die worden aangenomen in de basisverklaringen van de fundamentele fysische theorie (velden, deeltjes, snaren, of wat dan ook). De stelling dat alleen deze fysieke entiteiten bestaan wordt vaak ontologisch fysicalisme genoemd.hoewel ontologisch fysicalisme vaak wordt verondersteld in de filosofische discussie, ontstaat er controverse over de eigenschappen die deze fysische eigenschappen bezitten. Bijvoorbeeld, Wat is de ontologische status van vermeende mentale eigenschappen? Zijn ze herleidbaar tot onderliggende fysische eigenschappen, of hebben ze een soort eigen wezen? De reductieve fysicalist bevestigt, terwijl de niet-reducerende fysicalist ontkent, dat mentale eigenschappen ‘niets anders zijn dan’ het fysieke. Het reductief fysicalisme stelt dat alle niet-fysische eigenschappen samengaan met specifieke fysische eigenschappen. Het nonreductief fysicalisme daarentegen verenigt de onherleidbaarheid van niet-fysische eigenschappen (eigendomsdualisme) met het ontologisch fysicalisme.sinds de jaren zestig is er grote twijfel gerezen over het reductive physicalist project. In Ernest Nagel ‘ s (1901-1985) klassieke account, physicalist reductie treedt op als niet-fysieke predikaten zijn biconditionally verbonden met bepaalde fysieke predikaten zo dat de niet-fysieke eigenschap wordt gemaakt wanneer en alleen wanneer er op een bepaalde fysische eigenschap wordt gemaakt (bijvoorbeeld, het geestelijk eigendom van een bepaalde hoofdpijn pijn is gemaakt wanneer en alleen wanneer er op een bepaalde neuro-eigendom is). Men kan zich echter voorstellen dat een op silicium gebaseerde Martiaan dezelfde hoofdpijn heeft als een Aardling, maar vanwege de verschillende neurofysiologie van de Martiaan, zullen verschillende fysische eigenschappen worden aangetoond. Omdat dezelfde mentale toestand realiseerbaar lijkt te zijn in verschillende fysieke systemen, wordt reductief fysicalisme in vraag gesteld. Bijgevolg heeft het niet-reductief fysicalisme in het algemeen het reductief fysicalisme in de filosofie van de geest vervangen. Hoewel de instantiatie van een hogere mentale eigenschap niet herleidbaar is tot de instantiatie van een lagere mentale eigenschap, wordt deze niettemin gerealiseerd door een lagere eigenschap. Dus, in plaats van een type-identiteit tussen eigendomstypen, (elke keer dat mentale eigenschap m wordt bevestigd, fysieke eigenschap p wordt bevestigd), is er een token-identiteit tussen een instantiatie van m en de instantiatie van een of andere fysieke eigenschap.
kwesties van reductief en niet-reductief fysicalisme zijn belangrijk in de wetenschap/theologie discussie. Als, zoals de natuurwetenschappen methodologisch veronderstellen, alleen fysieke entiteiten causale krachten hebben en dus uiteindelijk bestaan, wat voor zin kan dan worden gemaakt van religie en haar praten over God? In antwoord op dit probleem lijkt het niet-reducerende fysicalisme aanvankelijk veelbelovend, want het houdt met de natuurwetenschappen vast dat alleen fysieke entiteiten bestaan, en toch is het het eens met religie in het beweren dat er onherleidbare niet-fysieke eigenschappen zijn. Als kan worden aangetoond dat ons mentale leven onherleidbaar is voor de neurowetenschappen, dan is religie, voor zover het ons mentale leven betreft, ook onherleidbaar voor het fysieke.
maar grote vragen doen zich voor. Kunnen hogere eigenschappen meer zijn dan louter epifenomena, als ze token identiek zijn aan fysische eigenschappen die al het causale werk doen? Afwisselend, als fysische eigenschappen niet al het causale werk doen, kan dualisme worden vermeden? Tenslotte, als het onherleidbare mentale niettemin volledig wordt gerealiseerd door het fysieke, dan biedt men bij het in kaart brengen van deze fysieke realisatie toch geen reductieve verklaring van het mentale en zijn religieuze ervaring?
zie ook materialisme; Mind-brain Interaction; Naturalism; Reductionism; Supervenience
Bibliografie
beckermann, ansgar. “introduction-reduction and nonreductive physicalism.”in opkomst of vermindering? essays on the prospects of nonreductive physicalism, eds. ansgar beckermann, hans flohr en Jaegwon kim. Berlijn en new york: walter De gruyter, 1992.
davidson, donald. “mentale gebeurtenissen.”in essays on actions & events. oxford: clarendon press, 1980.
kim, jaegwon. mind in a physical world: een essay over het lichaam-geest probleem en mentale oorzaak. cambridge, mass.: mit press, 1999.
murphy, nancey. “physicalism without reduction: toward a scientific, philosophically, and theological sound portrait of human nature.”zygon 34 (1999): 551-572.
nagel, ernest. de structuur van de wetenschap: problemen in de logica van de wetenschappelijke verklaring. new york: harcourt, brace, and world, 1961.
dennis bielfeldt
Leave a Reply