extracorporale Membraanoxygenatie (ECMO) wordt gebruikt bij zowel kinderen als volwassenen om voldoende gasuitwisseling tot pulmonale parenchymale complicaties van pneumonie kunnen genezen . De natuurlijke geschiedenis van ernstige longontsteking kan leiden tot de vorming van empyeem en abces, evenals longnecrose en cystische ziekte die het normale parenchym kan comprimeren. In ernstigere gevallen zullen deze complicaties niet verbeteren zonder chirurgische interventie. Patiënten op ECMO, die deze complicaties ervaren, lopen extra risico ‘ s voor chirurgische behandeling als gevolg van de noodzaak van anticoagulatie.

We presenteren twee patiënten die ECMO krijgen en behandeld worden voor pneumonie die ongevoelig is voor medische therapie. Beide patiënten hadden voorafgaand aan de operatie anticoagulatie en beide werden 24 uur na de resectie opnieuw gestart met heparinedruppels. Anticoagulatie werd uitsluitend beheerd op basis van de anti-Factor Xa-test, volgens het protocol . Voor zover wij weten, is dit het eerste rapport van pulmonale parenchym resectie secundair aan longontsteking behandeld chirurgisch voor patiënten op ECMO.

twee patiënten (leeftijd 13 en 17 jaar) werden overgebracht naar onze instelling met ernstige necrotiserende pneumonie en klinische sepsis. Beide ontwikkelden respiratoir falen ongevoelig voor medische therapie en beide werden behandeld met escalerende inotropen voor sepsis toen ze werden gecannuleerd voor ECMO. Toen ze het einde van de orgaanfunctie herstelde op ECMO, rijpte hun pulmonale processen. Pulmonaal infarct, abcesvorming en cystische degeneratie zijn aangetoond in beeldvormingsstudies (figuur 1).

a) axiaal beeld van een borst CT met ernstige bilaterale consolidatie van de bovenste kwab met talrijke lucht bronchogrammen, een geloculeerde linker hydropneumothorax en een geloculeerde rechter pleurale effusie. Een ECMO canule in de SVC is genoteerd. b) een meer caudale axiale afbeelding toont wijdverspreide cystische vernietiging van de onderste kwab parenchym die necrose vertegenwoordigen. CT = computertomografie; ECMO = extracorporale membraanoxygenatie; SVC = superior vena cava.

vanwege een langdurig falen om te spenen van ECMO-ondersteuning, werden bilaterale thoracotomieën uitgevoerd op elk voor abces drainage, debridement van necrotisch weefsel en resectie van lucht / ruimte cystische longziekte. Eén patiënt werd binnen 48 uur geëxtubeerd en één binnen 10 dagen na de ingreep. Elk van hen werd uiteindelijk naar huis ontslagen en kon terugkeren naar school. Follow-up borstradiografie toont bijna volledige resolutie toont het succes van onze inspanningen (Figuur 2).

Posteroanterior thorax röntgenfoto één jaar na ontlading toont slechts minimale resterende pleuroparenchymale littekenvorming aan de rechterlongbasis.